Het Olympisch Stadion: een monument voor Ajax en de Nederlandse sport
Vanavond trapt Ajax de Champions League op gang tegen Inter in de Johan Cruijff Arena. Vroeger werden dit soort topduels in het Olympisch Stadion gespeeld, historisch gezien de belangrijkste sportlocatie van Amsterdam. Het Olympisch Stadion in de Stadionbuurt was decor van de Olympische Spelen in 1928 en talloze legendarische duels van Ajax en het Nederlands elftal.
Grappig genoeg is die Stadionbuurt helemaal niet naar ‘het Olympisch’ vernoemd. Aan de overkant van de Amstelveenseweg lag namelijk het eerste nationale stadion, vaak simpelweg ‘het Stadion’ genoemd, ter hoogte van wat nu het Stadionplein is. Na de opening van het Olympisch Stadion werd het al gauw afgebroken.
Al vrij snel na de opening week Ajax voor grote wedstrijden in de Eredivisie en later Europese duels uit naar het Olympisch Stadion. De club groeide nu eenmaal gauw uit haar eigenlijke jas in de Watergraafsmeer, waar het Ajaxstadion veel te klein was voor de grotere affiches. Om aan de vraag te voldoen, werd er achter beide doelen van het Olympisch Stadion dan ook een tweede ring aangebracht, een uitbreiding die er voor zorgde dat er tot 64.000 mensen bij wedstrijden konden zijn. Waar Ajax voor grote duels het stadion moeiteloos vulde, kregen de eigenlijke bespelers, DWS en Blauw-Wit, het Olympisch Stadion maar zelden vol. In 1962 vond er zelfs een heuse Europa Cup I-finale plaats. Benfica tegen Real Madrid, Eusebio tegen Puskas, Gento en Di Stefano.
Toch is het vooral Ajax dat de geschiedenis van het Olympisch Stadion heeft bepaald. Het grote Ajax van de jaren 60 en 70 speelde er zijn memorabele thuiswedstrijden, waaronder de legendarische mistwedstrijd tegen Liverpool. Hele generaties Ajacieden groeiden op met het Olympisch Stadion, waar hun grootste Ajax-herinneringen tot stand kwamen. Na de jaren 70 raakt het stadion serieus in verval. Toch blijft Ajax er spelen, want De Meer is te klein en daar uitbreiden is geen optie. Spelers van Ajax in de jaren 90 schamen zich weleens ten opzichte van hun tegenstanders. Als grote club even zo grote clubs ontvangen in de bouwval die het Olympisch Stadion dan is, het past eigenlijk niet.
De prestaties zit het allemaal niet in de weg. Ajax wint in ‘het Olympisch’ de UEFA Cup in 1992 en veegt er op weg naar de Champions League in 1995 onder meer AC Milan en Bayern München van de mat. De staat van het stadion legt echter wel de basis voor de bouw van de Amsterdam Arena en na 1996 is het definitief gedaan met Ajax in het Olympisch Stadion.
Godzijdank is de tempel van weleer wel van de sloophamer gered. Je moet er niet aan denken dat de historisch gezien belangrijkste sportlocatie van Amsterdam zou zijn verdwenen ten behoeve van een Vinex-wijk. Het stadion werd wel serieus gerenoveerd, waarbij de betonnen tweede ring achter de doelen is verdwenen. Hierdoor is het stadion terug in de staat van 1928, maar is het ook moeilijk voor te stellen dat Ajax hier voor een kolkende massa legendarische duels speelde, nog altijd pas 30 jaar geleden. Desalniettemin kijken hele generaties als ze over de Amstelveenseweg langs het stadion rijden altijd nog even om en zien ze de film van toen in hun hoofd gewoon weer voor zich.
Inter in het Olympisch Stadion, maar niet tegen Ajax
Inter speelde ooit ook eens in het Olympisch Stadion, maar bijzonder genoeg was dat niet tegen Ajax. In het seizoen 1974/75 namen de Nerazzurri het in het kader van de tweede ronde van de UEFA Cup op tegen fusieclub FC Amsterdam. Doordat het aan het Stadionplein 0-0 bleef gingen de Amsterdammers zelfs door, want twee weken eerder was er al knap in San Siro gewonnen (1-2).

Gerelateerd
No Spang - Real Sranang, een warme, groenwitte deken
Artikel
SANTOS Football Podcast: 50 Fenomenale Voetbaltrips - Europa
Podcast
Liefde volgens de Grote Kale Leider
Artikel