Liefde volgens de Grote Kale Leider
Jorien van den Herik (82) wordt vaak beschouwd als een typische Rotterdammer, maar hij woonde er in zijn hele leven slechts drie maanden. Hoe kijkt de Grote Kale Leider naar de stad waar hij beroemd, gevreesd en bejubeld is? Een verhaal op de grens van haat en liefde. “Mensen snappen mijn humor niet altijd”
(Dit verhaal verscheen eerder in 'SANTOS #27: Roffa. Rotterdam. Rotjeknor. Die kun je nog altijd hier bestellen)
Het is hartje zomer, en Jorien van den Herik kijkt tevreden naar het zwembad in zijn achtertuin, omringd door de bomen van het Bredase Ruitersbos. Iedere dag zwemt hij hier zijn baantjes om fris en fit te blijven.
Óók de schoolslag lukt weer, iets wat gezien Van den Heriks laatste knieoperatie gerust een wonder mag heten. “Dit is de beste knie die ik ooit heb gehad”, zegt Van den Herik. Stralend: “Ik had mijn operatie amper achter de rug, of ik kon alles weer.”
Zelfs traplopen gaat weer moeiteloos, wat betekent dat hij ook Vak M van de Kuip weer kan beklimmen, op de tweede ring van het stadion. Van den Herik heeft er als aandeelhouder van Feyenoord twee seizoenkaarten: het dividend geeft recht op twee stoelen aan de Olympiazijde.
Die zijn vrijwel altijd bezet door zijn kleinkinderen, fanatieke Feyenoord-supporters. Van den Herik zelf gaat slechts af en toe mee. Meestal kijkt hij de wedstrijden van Feyenoord thuis met zijn vrouw Joke op televisie. Jorien betrokken maar in stilte, zijn vrouw vaak harstochtelijk meelevend.
“Ik ben misschien nog wel fanatieker dan Jorien”, zegt Joke. “We missen geen wedstrijd. Als we visite krijgen, check ik altijd eerst even of Feyenoord niet speelt.”
Dat is niet per se een vanzelfsprekendheid in het licht van het verleden. Van den Herik vertrok in het najaar van 2006 met veel gedonder uit de Kuip, na een voorzitterschap dat zestien jaar had geduurd. Het Legioen hing spandoeken op dat de voorzitter ‘op moest rotten’. De clubleiding van destijds stuurde hard aan op een breuk, Van den Herik zelf wapende zich minstens zo stevig.
“Ik kan wel rancuneus zijn, ja”, zegt Van den Herik. “Als mensen mij iets proberen te flikken, dan zullen ze dat vroeg of laat merken.”
Over dat verleden straks nog wat meer. Eerst even de tegenwoordige tijd, waarin Van den Herik nog even overwoog zich kandidaat te stellen voor het voorzitterschap van de KNVB, maar zich later alsnog terugtrok. De laatste jaren dook ‘de Grote Kale Leider’ weer wat vaker op in het publieke domein, eerst in de politiek, later ook in voetbaltalkshows bij onder andere ESPN.
Van den Herik toonde zich er scherp en uitgesproken als altijd. Genadeloos fileerde de oud-voorzitter dan de stadionplannen bij Feyenoord, gooide glimlachend een bommetje over het clubbeleid, of merkte over de KNVB op dat ‘te veel vrouwen in een bestuur een garantie is voor oorlog’.
Van den Herik was alweer jaren uit het voetbal verdwenen, maar zijn woorden hadden meteen impact. “Ik ben nooit bang mijn mening te geven, maar soms vind ik het weleens jammer dat alles wat ik zeg een bepaalde lading lijkt te hebben”, zegt Van den Herik. “Mensen snappen mijn humor niet altijd, denk ik weleens.”
Roepend richting de keuken, waar zijn vrouw een gazpacho staat klaar te maken: “Schat, snappen mensen mijn humor?”
Joke: “Nee Jorien, zeker niet. Vooral kinderen niet.”
Jorien: “En kinderachtige mensen. Die snappen er nóg minder van.”

Icoon van Rotterdam
Van den Herik verdiende zijn geld in de internationale zakenwereld, maar werd in Nederland vooral bekend als voetbalman. In het begin van de jaren 90 behoedde hij Feyenoord voor een faillissement en leidde de club daarna als voorzitter naar grote successen en een wederopstanding. Zijn leiderschap was kleurrijk, dominant, uitgesproken. Hij had veel bewonderaars, maar ook vijanden.
‘Stalin aan de Maas’, werd hij ooit genoemd, een weinig flatteuze bijnaam waarin hij zichzelf niet herkent (“Stalin was een levensgevaarlijke potentaat, een alleenheerser. Ik in de verste verte niet”). Maar Van den Herik vond wel dat ‘vergaderen voor talentlozen’ was, en ging er prat op dat een voetbalclub geleid moest worden volgens het principe van een ‘autoritaire democratie’.
“Bij bedrijven werk je doorgaans echt in een team, doorgaans van capabele mensen. Bij een voetbalclub zijn de niveauverschillen op de diverse afdelingen vaak groter – en daar komt bij dat iedereen een mening heeft. Dat is niet erg, maar dan heb je wel een leider nodig die uiteindelijk zegt: Zo. Dan gaan we het zó doen.”
Zijn imago sloot feilloos aan bij dat van Feyenoord, als club van onverschrokken en harde werkers. Van den Herik groeide uit tot een icoon van Rotterdam bovendien, een gezicht van de stad dat iedereen kent en herkent. Toch woonde hij slechts drie maanden in de havenstad – en niet eens in de tijd dat hij er zo beroemd werd.
Als Feyenoord-voorzitter woonde Van den Herik in Antwerpen, tussen het vele reizen naar Amerika en het Midden-Oosten door. Ná zijn vertrek uit de Kuip verhuisde het echtpaar naar Zwitserland. Primair een principekwestie: Van den Herik was zwaar teleurgesteld geraakt in de Nederlandse staat. Na een jarenlange achtervolging door de FIOD werd de oud-voorzitter door alle rechters en op alle fronten vrijgesproken, tot in cassatie aan toe.
“Maar excuses van het ministerie van Justitie? Nooit gekregen. Terwijl die zaak me jarenlang een plezierig en zorgeloos leven heeft ontnomen – en volkomen ten onrechte. Ik was daar woedend over – en soms ben ik dat nog steeds weleens, heel eerlijk gezegd.”
Pas toen Van den Herik eind 2022 alsnog terugkeerde in Nederland, gingen Joke en hij aan de Wijnhaven in Rotterdam wonen. Een avontuur van korte duur. Het contrast met de Alpen was domweg te groot. “We vonden het gewoon te druk”, zegt Van den Herik. “We woonden vlakbij de Markthal, midden in het centrum, maar we kwamen amper een Rotterdammer tegen. Het is mooi dat de stad zo populair is geworden bij toeristen, hoor. Maar dat was gewoon niks voor ons.”
Breda werd de gulden middenweg, precies halverwege Antwerpen en Rotterdam, vlakbij het lommerrijke Mastbos én de kleinkinderen. Van den Herik kende de West-Brabantse stad al vrij aardig, hij woonde in de jaren 70 in het nabijgelegen Prinsenbeek. “Maar Jorien kun je ook in China neerzetten”, zegt Joke. “Die is niet zo honkvast. Hij aardt overal.”

De liefde voor Feyenoord
Het verhaal van Van den Herik en voetbalstad Rotterdam is dat van een betrokken buitenstaander. Hij was er vaak, maar bleef er nooit.
Als kind groeide hij op in Sliedrecht, Zwijndrecht en later Dordrecht. Naar Feyenoord ging hij als jong ventje op de fiets, een kilometer of vijftien à twintig verderop, over het fietspad dat langs de toenmalige Rijksweg 16 liep. Voetballen deed hij zelf bij Pelikaan, de Zwijndrechtse amateurclub met veel hervormd-christelijke leden waar ook oud-journalist en generatiegenoot Kees Jansma speelde.
Bij Feyenoord kwam hij eerst als jonge supporter, later als voorzitter van de businessclub. Toen de club op sterven na dood was na het faillissement van hoofdsponsor HCS in 1992, werd Van den Herik voorzitter, destijds een soort vrijwilligersbaan met de status van burgemeester. De zakenman zat rond de eeuwwisseling ook nog in een economische denktank voor stadsontwikkeling, en in 2022 was hij nog een tijdje lijstduwer voor 50Plus in de stad.
“Als ik over de Brienenoordbrug rij, geniet ik van hoe Rotterdam er nu uitziet”, zegt Van den Herik. “Er is veel ten goede gekeerd, het is een mooie stad geworden. Maar in sociaal-cultureel opzicht heb ik wel mijn twijfels. Van de burgemeester van de laatste jaren (Ahmed Aboutaleb, red.) ben ik nooit een fan geweest. Zó ijdel is die man. Laatst op televisie had hij het nog over ‘mijn wethouder’. Ga toch weg, denk ik dan. Dat is niet jouw wethouder. Mensen die mij goed kennen, weten dat ik zoiets nóóit zou zeggen.”
Van den Herik is niet per se een man van liefkozingen of zachte woordjes, maar zijn liefde voor Feyenoord brandt nog wel degelijk. Ook na de verhuizing naar Zwitserland was de club altijd een rode draad in zijn leven. Vrijwel geen wedstrijd werd gemist in de Alpen. Ook zijn kinderen die al heel lang in Amerika en Zwitserland wonen, volgen de club.
Toch haperde de liefde óók geregeld. Toen Van den Herik in 2007 vertrok, eiste de zakenman dat een oude miljoenenlening onmiddellijk en mét rente werd terugbetaald door de club.
“Maar dat had ik nooit gedaan als ik niet zo geschoffeerd was door de leiding van destijds”, zegt Van den Herik. “Mijn doel is altijd geweest om die lening in 2008 geheel kwijt te schelden, als cadeau aan Feyenoord. Maar toen ze me trachtten te beschadigen, onder andere door de aanhang tegen mij op te stoken, was dat geen optie meer.”
Oud-speler en clubman Gerard Kerkum, een gezworen vijand, is alweer jaren geleden overleden. Zijn opvolger Dick van Well, ook allesbehalve een vriend, speelt allang geen rol van betekenis meer. “De mensen die er nu zijn, zijn hartstikke aardig”, zegt Van den Herik. “Ik vind ook dat er goed beleid is gevoerd de laatste jaren, althans op de meeste vlakken. Dennis te Kloese is een bekwame kerel.”
Hartsvrienden heeft hij uit zijn Feyenoord-tijd niet per se overgehouden, wel goede bekenden. Binnenkort gaat hij bij Leo Beenhakker langs voor een kop koffie. “Willem van Hanegem, Gerard Meijer. Mooie, fijne mensen.”
Met zijn vriend Benno Leeser komt hij soms nog in de bestuurskamer en businesslounges van de Kuip, aan de Maastribunekant van de Kuip. De bekende diamantair van Gassan neemt Van den Herik dan mee als gast. “Soms voel je dan weleens wat geroezemoes en ongemak, maar dat wordt steeds minder. Ik word dan allerhartelijkst ontvangen. Dat heeft even geduurd, maar vooruit. Misschien waren ze in eerste instantie nog een beetje bang voor me.”
Van den Herik zou Van den Herik niet zijn, als er niet nog een klein sneertje volgt. “Vroeger kreeg iedere oud-voorzitter een seizoenkaart van Feyenoord. Die heb ik nooit gekregen, tot op de dag van vandaag niet. Mijn twee kaarten voor Vak M betaal ik als aandeelhouder zelf.”
Na zijn vertrek werd zijn foto zelfs even weggehaald uit de eregalerij van oud-voorzitters. Die schande is inmiddels rechtgezet, weet Van den Herik. “Ach, dat was zo kinderachtig, zo klein”, zegt hij nu. “Ik kan daar inmiddels wel om lachen, hoor. Misschien word ik op mijn leeftijd alsnog – eindelijk – wat milder.”
Beeld: Maurits Giesen
Gerelateerd
No Spang - Real Sranang, een warme, groenwitte deken
Artikel
SANTOS Football Podcast: 50 Fenomenale Voetbaltrips - Europa
Podcast
Liefde volgens de Grote Kale Leider
Artikel