(eerder verschenen in SANTOS #14, 2019)

“Mijn mooiste tijd was bij Fulham. Craven Cottage, met die opkomst vanuit de hoek van het veld. Al Fayed was net eigenaar geworden en pompte er geld in. We moesten zo snel mogelijk omhoog. Michael Jackson kwam langs in de kleedkamer. Hij gaf iedereen een hand. Hugh Grant was groot fan. En na ons kampioenschap was er een geweldig feest in Harrods.

Spelen in Engeland was altijd al mijn droom. Ik keek altijd naar Match of the Day. En met mijn amateurclub VVA gingen we vroeger naar Nottingham voor een voetbaltrip. Dat was geweldig. Ik heb daarna al op verschillende manieren geprobeerd om er te komen. Ik deed proeftrainingen bij Newcastle United en Sunderland. Uiteindelijk lukte het me via Romeo Zondervan. Die kende een Engelse trainer. Ze wilden me direct hebben.

Ik was de jeugdopleiding van Ajax gewend maar in Engeland zeiden ze: put the ball in the channels. Het gebied tussen de zestienmeter en de zijlijn. Nou dat lukte me wel. Verdedigers waren in die tijd vooral houthakkers. Nu zijn het allemaal atleten. Old Trafford, St. James’ Park, Anfield, ik heb er allemaal gespeeld. Maar ook gewoon non-league bij Halifax Town. Dat is bijna net zo leuk. Dat is het pure voetbal.”