Als je in de jachthaven van Antibes naar de dure jachten staat te kijken loop je linksaf, en na enkele tientallen meters kom je bij een klassiek ogende stadionpoort. ‘Football Club Antibes’ staat erop. Het is het Stade du Fort Carré, een plek met een bijzondere geschiedenis.

In 1938 werd het dan pas derde WK voetbal georganiseerd door Frankrijk, verspreid over tien voetbalsteden. Vele daarvan, zoals Parijs, Marseille en Bordeaux kennen we nog steeds als zodanig, maar ook: Antibes. Destijds was Olympique d’Antibes een aanzienlijke club, en het Stade du Fort Carré met 15.000 plaatsen een behoorlijk stadion.

Oorspronkelijk was het organisatiecomité dan ook van plan om wereldkampioen Italië (met onder andere Giuseppe Meazza en Silvio Piola) hier tegen Noorwegen te laten spelen. Echter, de Italiaanse bondsofficials gaven – en dat kon toen nog – na het nemen van een kijkje in Antibes toch liever de voorkeur aan het Stade Vélodrome van Marseille. Uiteindelijk werd er één WK-wedstrijd gespeeld, maar wel een heuse kwartfinale tussen Zweden en Cuba (8-0).

Het stadion dankt z’n naam aan het Fort Carré dat hoog boven het stadion uittorent. Meest in het oog springend is het indrukwekkende standbeeld van een Franse soldaat uit de Eerste Wereldoorlog. En natuurlijk het geweldige uitzicht. Van op het veld en de tribunes heb je een fantastisch uitzicht over de Baie des Anges en kun je in de verte zelfs Nice zien liggen.

Qua voetbal heeft het Stade du Fort Carré echter z’n waarde wel verloren. Vlak na het WK degradeerde Olympique d’Antibes uit de hoogste afdeling. Het zou er nooit meer terugkeren. Momenteel speelt FC Antibes op het negende niveau, maar nog wel in dat geweldige Stade du Fort Carré, zij het op een bijveld van kunstgras. Een wedstrijd kun je dus best overslaan, maar als je deze zomer in Antibes bent is het zonde om niet even naar het legendarische stadion te gaan.

Beeld: Shutterstock