Het is bij volksclub FC Groningen ook na de verhuizing van het roemruchte Oosterpark naar de Euroborg nooit saai. Roemruchte Europacupwedstrijden mogen niet meer aan de orde van de dag zijn, nog steeds is dit een kraamkamer van internationale sterren.
Euroborg is een groene zee vol talent
Zo rauw als het oude Oosterparkstadion zal het huidige onderkomen van FC Groningen Euroborg vermoedelijk nooit worden, zeker niet van buiten waar het in niets op een traditioneel voetbalstadion lijkt. Eenmaal binnen stap je in een groene zee; de stoeltjes zijn ‘Gronings groen’ en de behoorlijk steile tribunes zijn op verzoek van de fans dicht op het veld geplaatst. Evergreen ‘Laat ons nog eens juichen’ wordt door die opbouw flink versterkt.
Vooral in de eerste seizoenen na de opening in 2006 was de Euroborg een gevreesd bastion. Het was de tijd van het Noors-Uruguayaanse spitsenkoppel Erik Nevland en Luis Suarez. Ook Ajax-aanvoerder Dusan Tadic en Oranje-aanvoerder Virgil van Dijk braken hier door. Bonus voor bewoners van de nabije torenflats de Brander en de Stoker: ze kunnen zo de Euroborg inkijken.
Martin en Tonny
Om het gebied rond de Euroborg, met verder kantoren, een bioscoop, appartementen en een supermarkt wat meer voetbalallure te geven staan er nu twee fraaie, bronzen beelden van de Groningse voetballegendes Martin Koeman en Tonny van Leeuwen.
Stevig Groningen-café
Café Olivier aan de Mauritsdwarsstraat is de beste kroeg om voetbal te kijken in Groningen. Hier verzamelen de Ultras Cruoninga zich doorgaans voordat ze aan hun wandeltocht van een kwartier naar de Euroborg beginnen.
Muurschildering op heilige grond
Op de plek waar vroeger het in 2007 gesloopte Oosterparkstadion resideerde, ligt nu ‘De Velden’, een jonge wijk met straatnamen als de Piet Fransenlaan, de Henk Cornelisstraat en de Piet de Koestraat, refererend aan illustere oud-cracks. In het trappenhuis van een flat op de hoek van Langezijde vind je een muurschildering van Piet Fransen, Tonny van Leeuwen, Arjen Robben en Martin Koeman. Op de muur aan de buitenkant zijn de contouren van de het oude stadion gemetseld.
De Poelestraat, verblijfplaats van bestuur, Pelé en Djurovski
In de Poelestraat zat vroeger hotel Hofman. Bestuursleden van GVAV, de voorloper van FC Groningen, vergaderden hier graag en de Braziliaanse voetballegende Pelé sliep er ooit. Op zijn achttiende toen hij een vriendschappelijke wedstrijd in het Oosterpark speelde met Santos.
In het casino in de Poelestraat zat begin jaren negentig Milko Djurovski avond aan avond te gokken. Hij zette zijn auto het liefst pontificaal neer in de Peperstraat, waar het barst van de cafés. Bij voorkeur op de stoep. Gevarenlicht aan en aan het eind van de avond maar zien hoeveel bekeuringen hij had gekregen.
De Robben-route
Op het fietspad van Bedum naar Groningen (ongeveer 10 kilometer) langs de N994 trapte een jonge Arjen Robben elke dag zijn glansrijke toekomst tegemoet. De beste voetballer die de jeugdopleiding van FC Groningen ooit voortbracht leerde voetballen bij VV Bedum en bouwde later aan de rand van Groningen een nieuw huis. In Bedum is ook een Cruijff-court dat Robben mocht laten aanleggen nadat hij in 2003 werd uitgeroepen tot Talent van het jaar.
Spelers spotten in Players
‘Even naar Anita toe,’ heeft niets met Vurnon Anita en weinig met Anita Meijer te maken. Het betekent bij FC Groningen dat je na de wedstrijd of de training nog even afzakt naar café Players in de binnenstad. Daar tapt Anita Makken al decennia biertjes voor tal van spelers, tegelijk is ze een luisterend oor. In het etablissement aan de Poelestraat klinkt vooral Nederlandstalig repertoire.
De Grote Markt: decor van groen-witte feesten
Na een verloren bekerfinale in 1989 kwam er in 2015 dan eindelijk een tastbare prijs naar de noordelijkste profvoetbalstad. Van matchwinner Albert Rusnak werd nadien weinig meer vernomen, maar hij staat met gouden letters in de clubannalen door zijn doelpunt in de bekerfinale tegen PEC Zwolle. De Slowaak werd een week lang van feest naar feest gesleurd op onder meer de Grote Markt, waar Groningen-fans sowieso graag feestten, en het Stadspark Groningen.
Beeld: Marco Magielse, ANP