In het keurig aangeharkte Friesland fungeert Cambuur uit hoofdstad Leeuwarden als het bokkige schaap dat de kudde links laat liggen en liever zijn eigen weg kiest. Het stadion is aftands, maar het kan er nog steeds spoken.
Raggen en rocken in een vooroorlogse bak
Directeur Gerald van den Belt vindt het huidige stadion van Cambuur net Elvis. Doordeweeks is het niks, maar als in het weekend de stadionlampen aangaan dan begint het te rocken.
Is ook wel een beetje zo natuurlijk. Op een doorsnee woensdagmiddag is de slijtage aan het vooroorlogse stadion overal zichtbaar. Aftands hekwerk, onkruid, afgebladderde verf en een wat bedompt en overdreven afgeschermd uitvak. Het Cambuurstadion staat nergens vermeld in de stadsbrochures, het is eerder mooi van lelijkheid, ook door de situering in een woonwijk aan het Cambuurplein dat als parkeerterrein dient voor de Lidl, de Action, de Zeeman, een sportschool en de Jumbo.
Voor thuiswedstrijden staat het plein vol met auto’s met Cambuur-minidresses en -sjaaltjes achter het raam. Binnen maken de fans er een authentiek voetbalfeest van, immers zelfs een blind paard kan hier geen schade meer maken.
Derby met DKV
Reikhalzend wordt al sinds de promotie in het voorjaar van 2021 uitgekeken naar de derby met sc Heerenveen die steevast is uitverkocht, maar met wat creativiteit is er voor de goede zoeker altijd wel aan een kaart voor de 10.250 zitplaatsen te komen. Reken op een onstuimige, geelblauwe oceaan met rood siervuurwerk.
Cambuur voelt zich in alles de tegenpool van de provinciegenoot. Veel rauwer, stadser en ongepolijster, veel ‘echter’ dan al die Friese folklore die schaatshoofdstad Heerenveen (in Leeuwarden steevast aangeduid als ‘DKV’; dertig kilometer verderop) katapulteerde tot subtopper. In de binnenstad mag dan het Fries museum gevestigd zijn, rond het Cambuur-stadion is het F-woord verboden en willen ze geen pompeblêd zien. Dat gaat zo ver dat Cambuur-spits Mark de Vries bij voorkeur ‘Mark de Leeuwarder’ wordt genoemd.
Stenen dug-outs
Cambuur is opgericht ter vervanging van VV Leeuwarden dat in 1964 terugkeerde naar het amateurvoetbal maar nog velden heeft pal naast het Cambuur-stadion. Langs die velden staan stenen dug-outs, alsof de tijd er heeft stilgestaan. Inmiddels is VV Leeuwarden gefuseerd met VV Rood Geel waaruit SC Leovardia ontsproot.
Café De Ouwe Stoep; decor van de wereldbekeroverwinnaars
Ook een gevoelstemperatuur van min achttien kon de spelers van Cambuur niet weerhouden om misschien wel de mooiste voetbalavond van hun leven passend af te sluiten in café De Ouwe Stoep (type feestcafé) in het centrum van de stad aan de Oude Doelensteeg. Een echt Cambuur-café waar generaties spelers van de club zich hebben vermaakt.
Het was die januaridag in 1996 Elfstedentochtachtig koud in Leeuwarden en de spelers van Ajax hadden bijna allemaal een maillot aan. Twee maanden ervoor waren ze nog wereldkampioen geworden in Tokyo, in dit bekerduel met Cambuur kregen ze de bal niet langs de gedrongen doelman Wim de Ron. Begin erover in De Ouwe Stoep en het wordt in geuren en kleuren opgediend.
Café Cambuur; drinken, darten, trouwen
Een beetje Cambuur-supporter drinkt en eet voor wedstrijden in café Cambuur, dat tegenover het stadion ligt en niet te missen is door het enorme clublogo op het raam. Enige opsmuk of aankleding ontbreekt, maar binnen bruist het, en anders wel op het terras. De Cambuur-fan gooit er doordeweeks daarom ook zijn dartpijltje, staat er aan de biljarttafel, legt er een kaartje en kijkt op tv naar uitwedstrijden van Cambuur. Hij viert er zijn verjaardag, belegt er zijn vergaderingen en trouwt er. Hij noemt het trouwens niet Café Cambuur, maar de Cambuurbar.
Promoveren? Naar Oldehove
Promotiefeestjes van Cambuur worden doorgaans gevierd op Oldehove. Het plein in het centrum van de stad voor de kromme, scheve en niet geheel afgebouwde toren, die het boegbeeld is van de stad Leeuwarden, baadt dan in geel en blauw.
Beeld: ANP