Decennialang was Willem II een club die in Tilburg voetbalde. Niet per se dé club van heel Tilburg. De laatste jaren is daar verandering in gekomen. Jongere, fanatiekere fans uit de stad vinden steeds vaker hun weg naar het stadion dat bruist als nooit tevoren.
‘Niet de beste, wel de gekste’
Stillem II zoals de club door rivalen genoemd wordt, is niet meer. De sfeer in het Koning Willem II Stadion met zijn kenmerkende golvende dak was lang bedaagd, voetbal werd er genoten met een spreekwoordelijke pijp en glas cognac, maar de laatste jaren is er haast geen eredivisiestadion van vergelijkbare grootte waar meer lawaai klinkt. Met dank aan de King Side, het populaire vak aan een van de korte zijdes waar een zogeheten capo de menigte van de eerste tot de laatste minuut staat op te zwepen. De fans aldaar zoeken kort na het eerste fluitsignaal de interactie met de andere tribunes. Gezamenlijk haken ze in op het lied ‘Niet de beste, wel de gekste’, gebaseerd op het nummer ‘Bella Ciao’ uit de Netflixserie La Casa de Papel. Nog zo’n traditie is het 'My little lady', de meezinger van de overleden Tilburgse artiest Peter Smulders, die na een doelpunt wordt ingezet.
Een buiging voor Jan van Roessel
Willem II voetbalde tussen 1906 en 1924 aan de Voetbalweg (nu Fatimastraat). Tot dan zwierven de Tricolores door Tilburg. Inmiddels speelt de club bijna een eeuw op de huidige locatie. Buig bij een bezoek aan het Koning Willem II stadion altijd even voor het standbeeld van Jan van Roessel. De zesvoudig international scoorde in 168 wedstrijden voor de Tilburgers liefst 152 maal.
Supporterscafé D’n Beitel
Om John Feskens uit de Tilburgse volksbuurt Broekhoven kun je niet heen. Al was het alleen al vanwege zijn imponerende kin die de voormalige Willem II-middenvelder de bijnaam D’n Beitel opleverde. Het gezellige supporterscafé in het Koning Willem II Stadion draagt dezelfde naam.
Stadsrivalen NOAD en LONGA werden FC Tilburg
Voor wie de oorsprong van het chique Willem II-imago wil leren kennen, loont een bezoek aan de Spoordijk. Daar speelt FC Tilburg, dat in 2017 ontstond na fusies van diverse verenigingen. Een ervan is NOAD, de arbeidersclub die tussen 1954 en 1971 profvoetbal speelde. Een andere is LONGA, fabrikantenclub. Die geschiedenis maakt dat ‘het gewone volk’ aanvankelijk nooit zo naar Willem II trok. Treffend: de opa van de huidige technisch directeur Joris Mathijsen, een NOAD-man, zette pas zijn eerste stappen op het Willem II-terrein toen zijn kleinzoon er speelde.
Begraafplaats Goirle; rustplaats van de toptrainer
Op de begraafplaats in het dorp Goirle, op ongeveer twee kilometer afstand gelegen van het Koning Willem II Stadion, vind je de laatste rustplaats van František Fadrhonc. Onder de in 1948 uit het communistische Tsjechoslowakije gevluchte trainer, werden de Tricolores in de seizoenen 1951-1952 en 1954-1955 voor de tweede en derde maal kampioen van Nederland. Chris Feijt, belangrijke speler in die succestijd van Willem II, verzorgde tot kort voor zijn dood in 2020 het graf van zijn in 1981 overleden leermeester Fadrhonc.
Willem II-bank en Willem II-poppodium
In de Willem II-straat, een van de weinige historische straatjes in Tilburg, staat een rood/wit/blauwe bank. Een verwijzing, uiteraard, naar de naamgever van de voetbalclub. Koning Willem II. Willem II-shirts zie je ook wel eens in poppodium 013; een aantal lokale (metal-)bands zijn diehard Willem II-supporters. Ze organiseerden in 2010, toen het de club slecht verging, de benefietavond Hard voor Willem II.
Via de koning naar Brick, The Cat’s back 4 Friends en Ruby’s
Op De Heuvel kijkt het standbeeld van Koning Willem II uit over de stad waaraan hij zijn hart had verpand en stierf. ‘Hier adem ik vrij en voel ik mij gelukkig’ sprak hij. Fotograaf Henk Blansjaar maakte in de vorige eeuw een prachtportret van de Willem II-selectie staand voor het standbeeld. Vanaf hier wandel je zo naar leuke etablissementen met een Willem II-link zoals stadscafé Brick (Stadhuisstraat) waar ze wedstrijden van Willem II uitzenden onder het genot van een hapje en een drankje, net als The Cat’s Back (Paleisring), Sportsbar 4 Friends (Koestraat) en Ruby’s Irish pub (Paleisring).
Beeld: Marco Magielse, ANP