Er zijn veel goede redenen om naar Sevilla te gaan: het is er altijd zomer, het lijkt er elke dag feest en het is een fantastische voetbalstad met twee grote clubs. Real Betis Balompié speelt in de zuidelijke wijk Heliópolis, in het gigantische Estadio Benito Villamarín.
Mocht je nog niet doorhebben hoe groot Real Betis is, dan vertelt hun stadion het je wel. Het Estadio Benito Villamarín – vernoemd naar een oud-voorzitter – biedt sinds de laatste verbouwing tijdens seizoen 2016/17 plaats aan maar liefst 60.000 toeschouwers. De drie ringen die het Benito Villamarín heeft had het voor die verbouwing ook al, behalve aan de Gol Sur, waar toen opmerkelijk genoeg slechts een kleine tribune van één ring stond. Alsof men tijdens de bouw van het stadion er op driekwart ineens mee kapte. Inmiddels heeft de Gol Sur ook drie etages, en wat ons betreft is het Estadio Benito Villamarín één van de fraaiste tempels van Spanje. Het moet geen straf zijn om hier tweewekelijks voetbal te mogen kijken.
De stadsderby van Sevilla tussen Real Betis en Sevilla behoort tot de mooiste van Europa en staat garant voor spektakel. Hoewel de laatste jaren Sevilla sportief altijd boven Betis eindigt, kan Betis in derby’s altijd wat meer. Legendarisch is de overwinning van Betis in januari 2018, toen de Beticos met 3-5 wonnen in het Sanchez-Pizjuan van Sevilla. “Wie vannacht voor vijf uur op bed ligt krijgt een boete”, aldus Betis-aanvoerder en levende legende Joaquín na de wedstrijd.
Op de hoek van de Avenida de la Palmera staat, schuin achter de Gol Norte, het monument voor de ‘Beticos Eternos’. Het werd in 1907 geplaatst ter ere van het eeuwfeest van de club. Het is een monument voor de verdiblancos die er niet meer zijn, of zoals ze bij de club zeggen: ‘zij die naar de vierde ring gingen’.
Hotel Silken Al-Andalus Palace ligt op een steenworp afstand van de thuishaven van Betis, aan de Calle Paraná. Het ziet er van buiten wat smoezelig uit, maar van binnen is het een prima hotel waar zelfs de spelers van Real Betis voor thuiswedstrijden samenkomen. Vraag bij het reserveren om een kamer met zicht op het stadion, je kijkt er prachtig over de huizen heen.
Het Monumento a los Campeones de Liga de 1935 ter ere van de landstitel dat jaar ligt praktisch in het hol van de leeuw. Waarom staat dit Betis-monument zo dicht bij de thuishaven van Sevilla en zo ver bij het eigen stadion vandaan? Dat zit zo: ten tijde van de landstitel van 1935 speelde Real Betis ook nog in deze wijk. Het monument staat midden in Parque Rectora Rosario Valpuesta, aan de achterkant van het NH Hotel.
Zoals bij zoveel Spaanse clubs wil het ook bij Betis nog weleens een uitdaging zijn om online aan kaartjes te komen. Ze komen vaak pas kort van tevoren op de officiële website, en er is vaak geen peil op te trekken. Het goede nieuws is dat je op de wedstrijddag vaak zonder moeite gewoon een kaartje kunt kopen aan de stadionkassa’s van het Benito Villamarín, zelfs voor de 'Gran Derbi' tegen Sevilla.
Als je vanuit het stadscentrum de Avenida de la Palmera volgt kom je vanzelf bij het stadion. Bus 1 rijdt vanuit het centrum naar Heliópolis en stopt voor de deur bij Benito Villamarín. Vanaf centraal station Sevilla Santa Justa neem je de trein naar Sevilla-Virgin del Rocio, een ritje van een paar minuten, waarna je na een wandeling van tien minuten het stadion bereikt.
Beeld: Shutterstock, SANTOS
