Brusselse derby Anderlecht - RWDM na 21 jaar terug - en hoe
Anderlecht en Molenbeek, twee aan elkaar grenzende gemeenten in het westen van Brussel, elk met hun eigen, iconische voetbalclub. Maar waar RSC Anderlecht al sinds jaar en dag één van de grootste Belgische clubs is, is RWD Molenbeek na tal van faillissementen, fusies en nieuwe pogingen nu écht terug op het hoogste niveau. En dus is ook de derby terug. Op naar Brussel.

In een onder een grijze sluier bedekt Brussel vergapen toeristen zich aan de Grote Markt en de metershoge kerstboom, en ook Manneken Pis is al in kerstsferen opgetuigd. Het iconische beeldje kwam deze week even tot leven in een filmpje op de social media-kanalen van Anderlecht, toen we het plassende jongetje in paars tenue een fan van RWDM door de benen zagen spelen. Want het is op voetbalgebied een bijzondere week in de Belgische hoofdstad. Na 21 jaar treffen twee gezworen rivalen elkaar weer, Anderlecht en RWDM.
Toen fusieclub RWD Molenbeek in de jaren ’70 aan de hand van Jan Boskamp brutaal kampioen werd schrok men bij Anderlecht toch wel even. De voorzitter van RWDM, vastgoedbaron Jean-Baptiste L’Ecluse, riep in al z’n chauvinisme dat hij het Astridpark zou slopen en er een paar van zijn kenmerkende appartementen – heel Molenbeek staat er vol mee – zou neerzetten. Maar hoogmoed kwam voor de val: zijn bedrijf ging failliet en in zijn spoor raakte ook de club aan lagerwal, tot het faillissement in 2002 aan toe. Ruim vijftig jaar later is Anderlecht nog altijd één van de grootste clubs van België, en komt de buurman pas net weer kijken.
Het is geen clash der religies, politieke stromingen of sociale klassen, deze derby van Brussel. Gewoon een ouderwetse burenruzie. RWDM is een echte volksclub, maar Anderlecht eigenlijk ook. Hoewel paars-wit bij het grote publiek bekendstaat om het champagnevoetbal en het wat deftige karakter is daar in en om het Astridpark helemaal niets van te merken.
In 2001 troffen Anderlecht en RWDM elkaar voor het laatst in het Astridpark. Wie denkt dat dat nog niet zo lang geleden is, wordt door de samenvatting van toen z’n neus op de feiten gedrukt. Als Anderlecht-spelmaker Alin Stoica klaarstaat voor een vrije bal, kijkt er achter hem een ballenjongen vol verwachting toe. Het is een jeugdspelertje van Anderlecht, ene Dries Mertens, dan 14 jaar.
Een derby die 21 jaar niet is gespeeld moet je wellicht een klein zetje geven, dacht men bij Anderlecht. Met eerdergenoemd filmpje, maar ook met een bijzondere eregast: naar verluidt komt niemand minder dan acteur én Brusselaar Jean-Claude van Damme acte de présence geven om de aftrap te doen. Al decennia woonachtig in Hollywood heeft hij weinig met voetbal, maar het is Brusselse folklore in optima forma én zijn standbeeld staat om de hoek van het stadion. Ook speelt de thuisclub in een bijzonder shirt vandaag. De Mauves Army (de grootste ultragroepering) bestaat 20 jaar, waardoor Anderlecht voor de gelegenheid volledig in het paars en met het logo van de ultra’s op de borst speelt.
Het Lotto Park ligt in wat met afstand de leukste voetbalbuurt van België is. Kroegen met toepasselijke namen (La Coupe, Le But, Le Penalty) zitten stampvol, elk met een eigen verhaal. Boven het ene café woonde de tot Belg genaturaliseerde Braziliaan Luis Oliveira in z’n eerste maanden bij Anderlecht – verscheurd door heimwee. Bij weer een ander café waren de spelers vroeger kind aan huis voor de lunch, van Jan Mulder tot Lukaku.
Geen spoor van Jean-Claude van Damme, overigens. Muscles from Brussels moet verstek laten gaan, zijn moeder ligt in het ziekenhuis. Een andere grote Brusselaar is er wel, niet lijfelijk – want al vijftig jaar dood – maar muzikaal: als de spelers het veld op komen klinkt voor de gelegenheid Jacques Brel met zijn beroemde ‘Bruxelles’. De derby leeft in ieder geval genoeg. Zowel voor de thuis- als uitfans is le derby bruxellois al weken uitverkocht. Terwijl Jacques Brel overgaat in het clublied van Anderlecht schieten de vuurpijlen uit het uitvak, terwijl de jubilerende ultra’s van Anderlecht het ene na het andere megadoek tonen. Zuid-Amerikaanse taferelen in het Astridpark. Jean-Claude van Damme zijn we allang weer vergeten.
Wie er wel is – naast de onvermijdelijke Boskamp – is Eden Hazard. Broertje Thorgan speelt voor Anderlecht, ander broertje Kylian speelt voor RWDM, al zijn ze vandaag allebei geblesseerd. Toch zit de net gestopte vedette in een vip-loge, geflankeerd door z’n broers, hun vader en een rits kinderen. Ze zien dat RWDM na een vlijmscherpe counter op 0-1 komt, waarna het uitvak met ruim duizend Molenbeek-fans ontploft. Met de bus, zijn ze. Het is maar een halfuurtje lopen, maar dat was voor de politie geen optie. Het mag de pret niet drukken.
Als thuissupporter heb je er geen boodschap aan, maar de goal van RWDM is goed voor de derby. Het Anderlecht-publiek staat bekend als kritisch en bij vlagen een beetje verwend, maar vandaag laat het zich van z’n beste kant zien. Het gaat na een aantal zeer matige jaren weer goed met hun club, en nu gaan ze massaal achter hun ploeg staan. Dat die ploeg veel sterker is dan RWDM mag geen verrassing zijn, maar doordat de mauves de bal er maar niet in krijgen, mogen de mannen van Molenbeek lang dromen van een stunt. Uiteindelijk duurt het – na een gelijkmaker een kwartier voor tijd – zelfs tot de 92e minuut tot Luis Vázquez een afgemeten voorzet van Jan Vertonghen kan binnenlopen: 2-1. Als even later andermaal Jacques Brel uit de speakers schalt weten we het zeker, Brussel is voor even paars-wit.
Van Boca – River heeft deze derby van Brussel niet veel weg, en ook met The Old Firm zul je Anderlecht – RWDM niet gauw in één adem noemen, maar het is ontegenzeggelijk een affiche met charme. Een derby met een uitstekende balans tussen fanatisme en gemoedelijkheid, met rivaliteit, maar waar men toch vooral naartoe is gekomen om een pintje en een frietje te trakteren. Niets meer aan doen.
Beeld: BSR Agency
Gerelateerd

De roots van Oranje: het FC Eindhoven van Cody Gakpo
Artikel

De roots van Oranje: de Haagse wortels van Nathan Aké
Artikel

Kick and Rush Shop opent pop-up store
Artikel
