Artikel

Dit is wat een seizoenkaart kost bij de Europese topclubs

Heb je een seizoenkaart van je favoriete club in Nederland? Dat kan soms best een rib uit je lijf zijn. Maar hoe zit dat bij de grote clubs in Europa? We zochten het uit: soms werden we aangenaam verrast, en soms sloegen we steil achterover.

Dit is wat een seizoenkaart kost bij de Europese topclubs

Een seizoenkaart, omdat je niets van je club wil missen. Soms een no-brainer, soms een rib uit je lijf, en soms voor sommigen gewoon niet te betalen. Bijzonder zijn in ieder geval de verschillen binnen Europa, maar ook binnen landen zelf. Het is namelijk helemaal geen uitgemaakte zaak dat jij de grootste en beste clubs het meest kwijt bent, en bij de kleinere clubs het minst.


Spanje

Wie weleens naar een wedstrijd in Spanje is geweest, kent het verhaal: voetbalkaartjes zijn schreeuwend duur. Althans, wat de losse kaartjes betreft. Wie een seizoenkaart neemt in Spanje hoeft helemaal niet altijd zo verschrikkelijk veel te betalen, ook niet bij de grote clubs. Neem Real Madrid, waar je op de onderste ring achter het doel 286 euro kwijt bent. Kampioen FC Barcelona, dat komend seizoen vanwege de verbouwing van Camp Nou in het Estadi de Montjuïc speelt, kreeg veel kritiek op de nieuwe abonnementsprijzen, waarop voorzitter Laporta ze met 50% (!) besloot te verlagen. Leden van de harde kern betalen nu slechts 175 euro voor een seizoenkaart, een gewone zitplaats (met beperkt zicht) kost nu 255 euro. Bij Atlético Madrid gaan de prijzen voor een zitplaats ook vanaf 250 euro. Europa League-winnaar Sevilla is aanzienlijk duurder. In Sánchez-Pizjuán is de goedkoopste seizoenkaart 335 euro.


Italië

In Italië hoef je ook niet overdreven diep in de buidel te tasten voor een jaar Serie A-voetbal, al zijn er uitzonderingen. Het zal je wellicht niet verbazen, maar Juventus spant de kroon: voor de thuiswedstrijden van De Oude Dame moet je komend seizoen minstenS 529(!) euro aftikken. Dan ben je bij de concurrentie een stuk beter uit. In San Siro zit je voor 249 euro om de twee weken op de derde ring bij AC Milan, tegen slechts 215 euro bij Inter. In Rome liggen de prijzen iets hoger. De goedkoopste seizoenkaarten bij AS Roma en Lazio zijn respectievelijk 255 en 295 euro. Het gelukkigst worden we van de prijzen bij kampioen Napoli, waar je op de onderste tribune achter het doel slechts 195 euro hoeft te betalen voor een jaar.


Engeland

Als je in Engeland je club trouw wil volgen, moet je diep in de buidel tasten, dieper dan waar in Europa dan ook. Deels begrijpelijk (je ziet er relatief gezien de meeste topwedstrijden), maar tegelijk volledig los gezogen van de realiteit. Je zal maar supporter van Arsenal zijn, waar je voor een seizoenkaart minstens 973,50 pond kwijt bent, de duurste club van Europa. Buurman Tottenham is al niet veel goedkoper: minstens 807 pond. Andere topclubs zitten iets lager (met de nadruk op iets), bij Liverpool heb je prijzen vanaf 699 pond, Chelsea zit daar weer iets onder met 595 pond. Manchester United doet er met 559 pond niet veel voor onder. Positieve uitzondering is Manchester City, waar je voor een heel seizoen 385 pond betaalt. Bovendien heeft de CL-winnaar nog de optie om een ‘seizoenkaart’ te nemen voor 225 pond: deze geeft je toegang tot 14 wedstrijden, de krakers tegen andere topclubs zitten er dan niet bij.


Duitsland

Vergeleken bij Engeland is Duitsland qua prijzen een verademing. Dat voetbal voor de fans is zit er bij menig club toch veel meer ingebakken. En dat begint bij de allergrootste club van het land, Bayern München. De goedkoopste seizoenkaart (een staanplaats) bij Der Rekordmeister kost slechts 165 euro, dat is nog geen tien euro per wedstrijd. Alleen promovendus Heidenheim is even goedkoop, maar ook bij andere Duitse clubs hoef je je niet per se helemaal scheel te betalen. Het merendeel van de clubs in de Bundesliga-clubs zit met de goedkoopste seizoenkaarten tussen de 200 en 250 euro. Borussia Dortmund zit hierbij met 250 euro aan de bovenkant, maar met nog geen 15 euro per wedstrijd kunnen we moeilijk stellen dat het afzetters zijn bij BVB.


Frankrijk

De Franse competitie is zowel op als buiten het veld een competitie van twee werelden: je hebt PSG en je hebt de overige clubs. Het zal je dan ook niet verbazen dat je dit ook terugziet in de prijzen voor seizoenkaarten. Bij de gemiddelde Franse club is het ronduit goedkoop om naar het stadion te gaan, of je nou losse kaartjes of een seizoenkaart koopt. Maar om tweewekelijks de sterren van Paris Saint-Germain in actie te zien ben je minstens 490 euro kwijt voor een plekje achter het doel. De ‘concurrentie’ in de top vraagt een stuk minder: nummer twee RC Lens vraagt voor de goedkoopste seizoenkaarten slechts 215 euro, en als je al een seizoenkaart had 175 euro. Olympique Marseille vraagt voor de ‘virages’ achter het doel ook maar 180 euro. Een uitzondering is Olympique Lyonnais, waar de club minstens 350 euro van haar fans vraagt. Iets waar de supporters niet bepaald om kunnen lachen, gezien de matige prestaties van L’OL de afgelopen seizoenen. Verreweg het goedkoopst is promovendus FC Metz. Voor 102 euro ben je verzekerd van een heel seizoen Ligue 1 voetbal. Dat is vaak minder dan een los kaartje voor één wedstrijd bij PSG… en tien keer goedkoper dan bij Arsenal.




Beeld: BSR Agency, Shutterstock