Engelandvaarders: Sander Westerveld
Vraag ze naar hun avonturen in Engeland en pret en weemoed kruipt in hun ogen, ondanks wat littekens hier en daar. Met vandaag: Sander Westerveld behoort tot het kleine clubje spelers dat zowel bij Everton als Liverpool speelde, maar kan toch bij beide ploegen aan de Merseyside nog prima over de vloer komen.
(eerder verschenen in SANTOS #14, 2019)
“Jamie Carragher was voor mij de meest Engelse speler. Na wedstrijden lag hij op de kleedkamervloer aan het infuus. Alles had hij dan gegeven. Maar dan ook echt álles.
Ik was in Nederland een keeper die zich best roerde in het eigen doelgebied, maar in Engeland kreeg ik er zelfs training in. Dan gingen mijn teamgenoten tegen me aanspringen bij voorzetten. Heel goed want in de wedstrijden was het niet anders. Fifty Fifty ballen moeten voor jou zijn. Spitsen denken daar: waarom zou een keeper meer recht hebben op die bal? In die duels was het dus benen vooruit voor mij. Ik heb nog de littekens in mijn kont van een duel met Clyde Wijnhard die toen bij Leeds United speelde. En Duncan Ferguson van Everton ging er zo hard in dat mijn knie op negen plaatsen gehecht moest worden.
Onze Franse manager Gérard Houllier bande het bier uit het spelershome. Ook het traditionele kerstfeest ging niet meer door. Dat was wel een dingetje voor de meesten. Er was een groot verloop. Ik won in een seizoen vijf prijzen, maar even later was ik vijfde keeper en moest ik weg. Maar… no regrets. Anfield blijft altijd Anfield. Het summum der voetbalstadions. En Liverpool blijft de droomclub. Bij een redding staan ze op de banken en voor elke speler is een liedje. ‘He’s big, he’s Dutch, we like him very much, Westervéééld, Westervéééld.’ Dat is toch geweldig?”