Artikel

In de kelder van het Belgische voetbal: KRC Harelbeke

Sommige spelers en clubs vanuit je jeugd blijven je om de meest triviale redenen bij. KRC Harelbeke bijvoorbeeld, korte tijd een serieuze stuntploeg in de Belgische Eerste Klasse maar vrij snel daarna diep weggezakt. Gedreven door jeugdsentiment en nieuwsgierigheid trokken we naar Harelbeke. Sfeer proeven in West-Vlaanderen, dat kan eigenlijk nooit tegenvallen.

In de kelder van het Belgische voetbal: KRC Harelbeke

Zaterdagmiddag, even voor zessen. Harelbeke, een stad in West-Vlaanderen die in alles meer aanvoelt als een dorp. Draaien en keren door een woonwijk met statige vrijstaande huizen waarvan er niet één hetzelfde is. Geen plek waar je een stadion verwacht, maar ineens doemen er vier imposante lichtmasten op.

De voetballiefhebber van boven de dertig is echter niet verbaasd. Tegenwoordig is Harelbeke vooral bekend van het wielrennen (de E3 Harelbeke is een echte Vlaamse voorjaarsklassieker), maar KRC Harelbeke, dat is geen onbekende naam. Halverwege de jaren ’90 opgeklommen tot de Eerste Klasse, en daar werd onder leiding van Henk ‘Henkie Champagne’ Houwaart zelfs Europees voetbal behaald. Zo snel als de club op kwam ging-ie echter ook weer ten onder, en in 2002 ging Harelbeke zelfs failliet.


De club mag dan verdwenen zijn, het Forestiersstadion staat er nog steeds. En er wordt ook nog gevoetbald. Want dood ben je in België pas als je vergeten bent, en als je failliet gaat kun je altijd nog de klassieke ontsnappingsroute uitvoeren: fuseren met een andere club, maar die feitelijk min of meer overnemen en na een paar jaar de naam weer terug veranderen. En dus branden de lichtmasten vanavond ‘gewoon’ voor KRC Harelbeke.

Het Forestiersstadion was in de ‘gloriejaren’ met 10.000 plaatsen al vrij ruim bemeten, voor het treffen met Sparta Petegem van vanavond is het dat zeker. Op de grote hoofdtribune zit nog geen honderd man, vooral familie van de spelers. Het is dan ook een wedstrijd op het vierde niveau. Vrij rondlopen is geen probleem in dit heerlijke, typisch Vlaamse stadion. Naast de hoofdtribune bestaat het stadion nog uit een opvallend smalle en hoge tribune aan de overkant, en achter elk doel een staantribune. Die tribunes zijn leeg, overigens. Ook vanuit het vak dat wordt aangeduid met ‘muziekske spionkop’ is het angstvallig stil. Op het terras voor de kantine in de hoek is het wel gezellig. Af en toe wordt er plichtmatig op een trommel geslagen, maar het voetbal is er vooral bijzaak. De kantine zelf is trouwens ook om in te lijsten. Ongezellige TL-verlichting, een uitslagenbord dat al maanden niet is bijgewerkt en een keuze aan pinten waar een middelgroot café jaloers op kan zijn. Onder het genot van een koude Kwaremont of Westmalle is het hier prima uit te houden. België op z’n mooist.

Een fetisj voor dit soort Belgische voetbalcultuur, daar schamen we ons niet voor, en dus is de avond hoe dan ook geslaagd. Een leuke wedstrijd is bijvangst, maar dat zit er vanavond niet in. En net als beide partijen zich lijken te verzoenen met een bloedeloze 0-0, gebeurt het. In de 90e minuut ramt één van de mannen van Harelbeke de bal alsnog tegen de touwen. De mensen van het terras vliegen in de hekken, de spelers duiken in de open armen van de bescheiden harde kern. Of je nu in San Siro staat of in Harelbeke, de emotie en ontlading bij een 1-0 in de laatste minuut is – ook al scheelt het een paar decibellen – even mooi. Het is het perfecte slot van een heerlijk avondje in de krochten van het Belgische voetbal. Met een sjaaltje en een zwak voor de thuisclub lopen we de stadionpoort weer uit.

Harelbeke. Je zou er haast een seizoenkaart nemen.

Beeld: SANTOS