Stade de Reims was ooit een grote Franse topclub, maar draait vandaag de dag anoniem mee in de Ligue 1. Door het verleden en de ligging in de Champagnestreek is dit toch een leuke trip naar een wat a-typische club.
Heb je je ooit afgevraagd waar de term ‘champagnevoetbal’ vandaan komt? Uit Reims natuurlijk, de hoofdstad van de Champagnestreek, ten noordoosten van Parijs. In de jaren ’50 was Stade de Reims de eerste echte Franse topclub, kampioenschappen aaneenrijgend én tegenstander van Real Madrid in de allereerste Europa Cup I-finale ooit. Spelers als Raymond Kopa en Just Fontaine groeiden uit tot grote sterren van het Franse elftal en stonden symbool voor het sprankelende spel dat liefkozend ‘champagnevoetbal’ werd genoemd. Dergelijk voetbal zie je in Reims allang niet meer, maar zowel de sport als de drank blijven belangrijk voor de stad. En dan het liefst een combinatie van die twee.
Slechts de A344 en een kanaal scheiden het Stade Auguste Delaune van het stadscentrum van Reims, waardoor je er vanuit hartje stad zo naartoe loopt. Het stadion is al sinds 1935 de thuishaven van Stade de Reims, al heeft het sindsdien wel enkele metamorfoses ondergaan, meest recentelijk in 2008. Het stadion is goed zichtbaar vanuit de rest van de stad door het opvallende witte dak en de lichtmasten die als vier satéprikkers de hemel in steken. Er passen iets meer dan 21.000 fans in, maar vol zit het zelden.
Hij is ontegenzeggelijk de grootste speler uit de geschiedenis van Stade de Reims, de in 2017 overleden Kopa, die in twee periodes maar liefst dertien jaar voor de rood-witten speelde. De zoon van Poolse immigranten werd Europees voetballer van het jaar in 1958, toen hij samenspeelde met Ferenc Puskas en Alfrédo Di Stefano bij Real Madrid. Met Real won hij driemaal de Europa Cup I, de laatste keer in 1959 in de finale tegen Reims waarmee hij eerder, in 1956, van Madrid verloor. Bij Angers werd het stadion naar hem vernoemd, in Reims werd er na zijn overlijden een standbeeld voor hem opgericht. Het staat voor de hoofdtribune aan de Chaussée Bocquaine, ter hoogte van ingang A.
De Cathedrále Notre-Dame de Reims is vanuit de hele stad goed te zien en is volgens de kenners de mooiste kathedraal van Frankrijk. Toen in 2018 de promotie naar de Ligue 1 werd bewerkstelligd werden de spelers gehuldigd op de Place du Cardinal Luçon vóór de kerk. En toen deze zomer de nieuwe trainer werd gepresenteerd geschiedde dat op een dakterras met uitzicht op de twee torens van de kathedraal. Deze torens kun je overigens ook beklimmen, waarna je van tachtig meter hoogte een prachtig uitzicht hebt over de stad én het Stade Auguste Delaune.
Bij een bezoek aan Reims hoort een glaasje champagne, het wereldberoemde exportproduct van de regio. De mousserende wijn is bepalend voor de ontwikkeling van de stad, en zelfs voor het voetbal. Stade de Reims is ooit namelijk zelfs begonnen als voetbalvereniging van het Maison de Champagne Pommery, één van de meest prestigieuze champagnehuizen ter wereld gevestigd in Reims. De club speelde haar eerste wedstrijden dan ook in het Parc Pommery, dicht bij het domein van Pommery. Dit park aan de Avenue du Général Giraud 10 heet nu toepasselijk genoeg het Parc de Champagne, en in het midden van het park kun je de vorm van het oude stadion nog herkennen.
Als je in Reims blijft overnachten kun je het best een hotel aan het kanaal nemen, langs de Boulevard Paul Doumer, centraal gelegen tussen stadion en centrum. Hier zitten alle grote hotelketens op een rijtje, maar het gaat ons om het uitzicht. Geef bij je reservering aan dat je een kamer aan de voorzijde van het hotel wil, want die bieden uitzicht op het stadion, pal aan de overkant.
Voetbal is in Reims niet duur, een kaartje voor een willekeurige wedstrijd heb je al voor een tientje. Prijzen en belangstelling kunnen wat hoger zijn afhankelijk van de tegenstander, waarbij met name Paris Saint-Germain, Olympique Marseille en buurman Troyes op grote belangstelling kunnen rekenen.
Volg op de A344 (die pal langs Auguste Delaune loopt) de borden met Complexe Sportif. Vervolgens word je naar het stadion geleid. Vanuit het stadscentrum is het een minuut of tien wandelen naar het stadion
Beeld: Shutterstock
