Waalwijk is het rustige, bescheiden broertje van grote buursteden als Breda, Den Bosch, Tilburg en Eindhoven. Voetbal wordt er wat minder emotioneel beleefd, al zijn de (promotie-)feestjes van RKC op het Raadhuisplein vermaard.
Makkelijk selfies scoren
Aanraakbaarheid als troefkaart. In non-epidemische tijden is de training van RKC op het trainingsveld naast het Mandemakers stadion voor iedereen te bekijken. En bij sportschool WIN-RS, dat in het stadion zit, train je zelfs naast de spelers. Selfiejagers scoren hier zonder problemen kiekjes met RKC’ers. Het enige jammere is dat het lastig is dat die spelers vaak niet al te bekend zijn.
Steevast in de eredivisie dankzij suikeroom Ben
Om veel meer dan RKC is Waalwijk (33.500 inwoners) niet bekend. Al decennia presteert de bescheiden profclub beter dan op basis van de achterban, de concurrentie in de regio en het budget verwacht mag worden. Door de steun van suikeroom en stadioneigenaar Ben Mandemakers, naar wie het stadion is vernoemd, de slimme koopmansgeest en enkele illustere trainers en spitsen bivakkeerde RKC sinds de intrede in het betaald voetbal in 1984 slechts twaalf seizoenen in de eerste divisie.
Ideaal gezinsuitje in geelblauw LED-licht
Wedstrijden in het Mandemakers stadion zijn een ideaal gezinsuitje. Je ziet in een klein, gemoedelijk, recentelijk stijlvol gerenoveerd stadion de beste eredivisiespelers voorbijkomen op een perfecte grasmat. Door de geelblauwe LED-verlichting is het stadion in de avond fraai uitgelicht.
Supporterscafés? Tja…
Er is niet een echt supporterscafé aan te wijzen in het centrum sinds De Victorie en Het Haventje over de kop gingen. ‘Je moet vooral in en rond het Mandemakers-stadion zijn,’ zegt Adrie Buijs voorzitter van de supportersvereniging. Daar zijn kraampjes, tappunten en vind je stadioncafé De Fietsenstalling.
Oude toegangspoort
Fans van de tegenstander zijn trouwens ook welkom in De Fietsenstalling. Met een RKC-supporter is het lastig ruzie krijgen. Ze staan ook niet schuimbekkend voor de toegangspoort als degradatie dreigt. Die poort is trouwens een aardig, in ere hersteld ornament uit het verleden toen het stadion nog een ratjetoe van bouwsels, met een laaghangende grijze gevel, ijzeren hekken en hoge reclameborden was.
Een Jol-pad, maar geen Jol-beeld
De stadionstoeltjes zijn recentelijk vervangen, en daarbij is ook het standbeeld van de legendarische trainer Martin Jol -die RKC in 2003 op de rand van Europees voetbal bracht- verwijderd. De betonnen Jol stond niet vóór het stadion, maar zat sinds 2016 tussen de fans. Supporters gaven aan dat er wel grotere RKC-helden waren dan Jol die de laatste jaren vooral druk is met ADO Den Haag. Het beeld ging terug naar kunstenaar Richard van der Koppel die er meer dan tweehonderd uur werk in had gestoken. De capaciteit steeg van 7507 naar 7508. Het Martin Jol-pad, dat achter het stadion loopt, bestaat nog wel trouwens.
Gezegende ballen
Met name het recentelijk overleden erelid Henk van Delft waakte over het katholieke karakter van de club. Van Delft liet het stadion inzegenen toen er kunstgras werd gelegd, en ook toen dit in 2019 weer werd vervangen door natuurgras. Een paar jaar eerder zegende pastoor Martin van Zutphen op verzoek van Van Delft de ballen in tijdens een heuse ‘inzegeningsavond’ in het Mandemakers Stadion. Dus als een bal ineens een voor RKC gunstige richting aanneemt dan weet je hoe dat komt.
Deurzakken in de businessclub
Het klinkt misschien niet heel uitnodigend, maar de businessclub van RKC is na wedstrijden de plek waar je moet zijn. Winst of verlies; het feest gaat er door tot in de late uurtjes met geregeld een optreden van carnavalsduo De Deurzakkers, die hartstochtelijke RKC-fans zijn. Er is tegenwoordig een strikter toegangsbeleid, maar decennialang liepen spelers, trainers, bestuursleden, sponsors en fans er kriskras door elkaar de polonaise.
Juichen op het Raadhuisplein
Bij de meest recente promotie in 2019 stonden er zo’n 7500 mensen op het Raadhuisplein te glunderen met RKC-shirts aan, driemaal zoveel als er in de eerste divisie op de tribune zaten. Foto’s daarvan hangen aan het stadion. Voor een feestje zijn Waalwijkers best te porren, al is de carnavalsviering er lang niet zo uitbundig als elders in Brabant.