Het is moeilijk om niet verliefd te worden op RC Lens. Een echte volksclub uit Noord-Frankrijk met haar oorsprong in de mijnen, en dat proef je aan alles. En het Stade Bollaert-Delelis is een opgeknapt pareltje, op nog geen drie uur van Nederland.
RC Lens, geel-rode trots van de Noord-Franse mijnstreek
Sang et Or. Bloed en goud. Het is een geweldige bijnaam, verwijzend naar de geel-rode clubkleuren van RC Lens. Lens staat bekend om de florerende mijnbouw van honderd jaar geleden, die verdween en waar armoede voor in de plaats kwam. Racing Club de Lens is de trots van de arbeider; daarom zijn mouwen opstropen en laagdrempeligheid absolute kernwaarden van de club. In de rest van Frankrijk doet men graag laatdunkend over het noorden, het wakkert de liefde voor RC Lens alleen maar aan bij de lokale bevolking. Je moet erheen om het te begrijpen.
Stade Bollaert-Delelis houdt al negentig jaar stand
Het is een bizar feitje: er passen meer mensen in het stadion van Lens dan de stad überhaupt aan inwoners heeft (38.000 om 30.000). Het zegt iets over de regionale uitstraling van de club. Bollaert-Delelis is al bijna negentig jaar de thuishaven van RC Lens en ligt in het centrum, en het kleine Lens was toch maar mooi speelstad tijdens WK 1998 en EK 2016. Ondanks ingrijpende renovaties voor beide toernooien is het altijd een echt voetbalstadion gebleven. Bij deze volksclub past ook geen hypermoderne arena op een industrieterrein.
De vier losse tribunes van het stadion dragen de namen van mannen die op de meest uiteenlopende manieren iets voor club en regio hebben betekend (Trannin, Marek, Delacourt en Lepagnot), zoals ook de namen Bollaert en Delelis van grote betekenis waren voor de ontwikkeling van de club RC Lens en de stad.
Titel gevierd met tractor en landbouwcontainer
Zelden werd een titel zo mooi gevierd als in 1998 toen RC Lens zich voor de eerste en enige keer kroonde tot kampioen van Frankrijk. De volgende dag volgde er een wel hele bijzondere rijtour van het stadion naar het stadhuis. Niet met een open bus, maar - zoals alleen in Lens kan - met een tractor en een aangekoppelde landbouwcontainer in de clubkleuren. Achter het stuur de flamboyante voorzitter Gervais Martel, de spelers in de container en langs de route van amper een kilometer meer dan 50.000 mensen om hun kampioenen toe te juichen. De container is altijd bewaard en is nog altijd te zien, hij staat namelijk geparkeerd voor het stadion, schuin achter de tribune Delacourt. Nog elke wedstrijd gaan er mensen mee op de foto.
Allée Marc-Vivien Foé, vernoemd naar een te vroeg gestorven kampioen
Sinds enige jaren is de straat die langs het Stade Bollaert-Delelis loopt vernoemd naar Marc-Vivien Foé, voormalig middenvelder van de club en onderdeel van de kampioensploeg van 1998. De Kameroener kwam in 2003 op 28-jarige leeftijd voor het oog van de wereld te overlijden, toen hij tijdens Kameroen – Colombia op het veld dood neerviel. Zijn rugnummer 17 wordt sindsdien bij RC Lens niet meer gedragen.
Een biertje vooraf bij Muriel
Er is geen bar in Lens die niet is uitgedost in de clubkleuren van RC Lens, maar van alle kroegen is Chez Muriel op de Rue Edouard Bollaert de bijzonderste. Het café werd ooit gesticht door de oud-speler Lanislas Smid en is sinds jaar en dag een ontmoetingsplaats voor de supporters van Lens.
Gegarandeerd kippenvel bij Les Corons
Als je naar RC Lens gaat, zorg dan dat je op tijd in het stadion bent. Voor de wedstrijd klinkt het ‘Les Corons’ door het stadion, en er is geen Lensois die het niet meezingt. Het lied van zanger Pierre Bachelet is een ode aan Noord-Frankrijk, de mijnwerkers en het landschap. Het is officieel geen voetballied, maar door Lens en haar supporters geadopteerd als een soort alternatief clublied. Fraaiere chansons ga je in een Frans stadion niet horen.
Kaartjes
Kaarten voor RC Lens koop je via de officiële clubsite. Het is aan te raden om een plekje te nemen met een mooi uitzicht op de harde kern, die op de eerste ring op de lange zijde staat, pal tegenover de hoofdtribune.
Bereikbaarheid
Het kleine stadje Lens ligt een halfuurtje onder Lille en Stade Bollaert-Delelis ligt er middenin. Volg de borden naar het centrum en je komt er vanzelf. Vanaf het treinstation van Lens is het een wandeling van ongeveer tien minuten lopen.
Beeld: Shutterstock