Iedereen die ooit Hellas Verona en het Stadio Bentegodi wil bezoeken, zou vooraf de cultklassieker ‘A season with Verona’ van schrijver Tim Sparks moeten lezen. Maar met deze mini-gids helpen we je alvast een eindje op weg naar de tofste voetbalplekken in deze prachtstad.
In het heerlijke boek ‘A season with Verona’ uit 2002 begint schrijver Tim Sparks zijn avontuur met de harde kern van Hellas in de Zanzi Bar. Een café dat nog steeds bestaat, vlakbij het Stadio Bentegodi, op de hoek van de Viale Sansovino. In de verhalen van Sparks is het een rauwe supporterskroeg waar de ‘Brigate Gialloblù’ zich steevast verzamelde. Dat klopt uiteraard, maar op doordeweekse dagen is het een tamelijk alledaagse kroeg. Naast de deur zijn allerlei Verona-stickers geplakt, binnen kun je een prima koffie of een cocktail drinken. Slechts de tralies voor de zijramen verraden dat hier vroeger nog wel eens met stoelen werd gesmeten.
Veel voetballiefhebbers vonden het een lelijk toernooi, maar ‘Italia ‘90’ was in zekere ook het laatste ouderwetse WK, vlak voordat de hypercommercie toesloeg. In het Stadio Bentegodi waan je je weer even terug in 1990: er is sindsdien nog amper iets veranderd. Het stadion van Hellas (medebespeler Chievo heeft door financiële problemen momenteel geen seniorenploeg) is in alles klassiek Italiaans, compleet met een sintelbaan én veel beton. Het is na de verbouwing voor het WK compleet overdekt en is mede daardoor enigszins vergelijkbaar met het Stadio Olimpico in Rome en het Stadio Armando Diego Maradona van Napoli. Kaartjes kopen is ook hier geen enkel probleem. Denk in Italië wel altijd aan je legitimatiebewijs.
De wijk waar het Bentegodi in ligt, heet heel toepasselijk ‘Stadio’, aan de westkant van Verona. De buurt staat in schril contrast tot de prachtige binnenstad, ook wel ‘Klein Rome’ genoemd. ‘Stadio’ is een typisch Italiaanse buitenwijk van eentonige flats, maar je vindt hier wél volop echte voetbalfans.
In deze wijk Stadio, op een paar honderd meter ten oosten van Stadio Bentegodi, vind je de geweldige Osteria Riki & Mauri. Niet alleen kun je er waanzinnig lekker eten voor een heel redelijke prijs, dit is ook een echte Hellas Verona-hotspot. Supporters verzamelen hier graag op wedstrijddagen, biertjes drinkend in het café-gedeelte. Doordeweeks is het een keurig, klassiek restaurantje met voetbalshirts en oude Hellas-foto’s aan de muur.
Bij een bezoek aan Verona ontkom je niet aan de oogverblindende Arena di Verona, één van de best bewaarde Romeinse amfitheaters ter wereld, daterend uit het jaar 30 na Christus. Het mooist is de Arena als je daadwerkelijk een concert kunt bezoeken (meestal klassiek of opera, maar grote rockbands als Pearl Jam, Black Sabbath en The Who hebben hier ook gespeeld). De club Hellas gebruikt het beroemde theater geregeld als decor voor fotosessies of presentaties. Zo werd er in 2019 nog een speciale kerstfoto gemaakt met alle 500 leden van de club. In 2026 wordt hier de slotceremonie van de olympische winterspelen gehouden.
Het romantische centrum van Verona is een soort openluchtmuseum, maar ook hier kun je links en rechts aardig wat voetbal opsnuiven. De clubshop ‘Hellas Store’ ligt bijvoorbeeld op een mooie plek in de stad, aan de Via Carlo Cattaneo. En het historische landskampioenschap van 1985 werd groots gevierd op het Piazza Bra, pal naast de Arena di Verona. Verder uit het centrum van Verona vind je nog ‘Bar Hellas’ aan de Via Girolamo Campagna 6, een geinige koffiebar in de blauw-gele clubkleuren.
Het Stadio Bentegodi is eigenlijk veel te groot voor Hellas Verona en dus is het nooit uitverkocht. Kaartjes koop je eenvoudig via Vivaticket, een Italiaanse ticketsite waar meer clubs gebruik van maken. De vrije verkoop voor wedstrijden start vaak een week voor de wedstrijd.
Op snelweg A22 staat bij afrit Verona Nord het voetballetje al aangegeven op de verkeersborden. Neem de afrit, volg het balletje en de borden met 'stadio' en binnen een paar minuten sta je voor het stadion. Vanuit het centrum van de stad kun je ook de bus nemen naar het Bentegodi: lijn 11, 12 of 13, uitstappen bij Piazzale Olimpia. De bussen passeren ook treinstation Verona Porta Nuova, het hoofdstation van de stad. Vanaf dit station kun je het overigens ook lopen, een wandeling van een stief kwartiertje.
Beeld: Shutterstock
