10 bijzondere, door clubs gedeelde stadions
Het delen van een stadion, ook wel ‘groundsharing’ genoemd, is iets wat we in Nederland niet echt kennen. Oké, Guus Meeuwis treedt weleens op in het Philips Stadion en ook de Toppers nemen jaarlijks een paar keer de Johan Cruijff Arena over. Maar twee clubs die dezelfde thuishaven hebben, dat hebben we hier niet, terwijl het in andere landen vrij normaal is. Tien stadions waarbij dit het geval is!
San Siro, AC Milan en Inter
Het bekendste en misschien ook wel mooiste voorbeeld is San Siro. De voetbaltempel in Milaan wordt al sinds jaar en dag gedeeld door Milan en Inter, maar dat was niet altijd zo. Toen het stadion bijna 100 jaar geleden in gebruik werd genomen was dat echt alleen voor AC Milan, Inter volgde pas later, na de oorlog. Inmiddels draagt het beroemde stadion zelfs de naam van Giuseppe Meazza, die voor beide clubs speelde maar toch vooral bij Inter furore maakte. De Milanezen maakt het allemaal weinig uit, San Siro is nog steeds de meest gangbare naam. Je leest er alles over in ‘SANTOS #25: We gaan naar Milaan’, hier te bestellen!
Estadio Azteca, Club América en Cruz Azul
Internationale voetbalfans denken bij dit stadion toch al gauw aan Pelé en Maradona, die er respectievelijk in 1970 en 1986 met de wereldbeker op de schouders gingen. Je zou het haast vergeten, maar het Estadio Azteca is ook ‘gewoon’ een clubstadion. Club América en Cruz Azul zijn de twee grootste clubs uit Mexico-Stad, en ook twee van de meest succesvolle clubs van het hele land, en samen delen ze het Azteca. Momenteel heeft het stadion zo’n 87.000 plaatsen, op het hoogtepunt waren dat er zelfs bijna 120.000. Eén ding is zeker: hoe groot het ook is, als beide teams elkaar ontmoeten voor de derby is er geen stoeltje onbezet.
Georgios Karaiskákisstadion, Olympiakos Piraeus en Ethnikos Piraeus
Niet veel mensen buiten Griekenland weten het, maar ook het Georgios Karaiskákisstadion van Olympiakos Piraeus is eigenlijk een gedeeld stadion. In de aan Athene geplakte havenstad Piraeus heb je namelijk nog een club, Ethnikos Piraeus, en die speelde tientallen jaren in hetzelfde stadion als de rivaal. Toen de club begin deze eeuw diep wegzakte in de Griekse voetbalpiramide werd besloten dat het Karaiskákis te groot was voor de club en werd het steeds meer een thuishaven voor Olympiakos alleen, maar mocht Ethnikos de weg omhoog terugvinden, hebben ze voor altijd het recht om terug te keren in hun ‘eigen’ stadion.
Jan Breydelstadion, Club Brugge en Cercle Brugge
Voor de één een blok aan het been, voor de ander lijkt het wel prima zo. Dat is hoe de kaarten geschud lijken in Brugge omtrent het Jan Breydelstadion, sinds de jaren zeventig van vorige eeuw het gedeelde thuis van Club en Cercle. Blauw-zwart wil echter al jaren weg, een nieuw stadion voor zichzelf, maar dat is inmiddels een heus hoofdpijndossier geworden. Cercle daarentegen vindt dat als Club een nieuw stadion krijgt, zij daar niet de dupe van mogen zijn. Ondertussen verpaupert het Jan Breydelstadion, maar een oplossing op korte termijn lijkt nog niet voorhanden.
Ajinomotostadion, Tokyo Verdy en FC Tokyo
Hoewel het stadion geopend werd in 2001, werd het bijzonder genoeg niet gebruikt voor het WK in Japan en Zuid-Korea, een jaar later. Dit omdat er ten tijde van het ingediende bid nog geen sprake was van het Ajinomotostadion, en dus bleef de Japanse hoofdstad zonder speelstadion tijdens het WK, al had de een kleine veertig miljoen inwoners tellende regio met Yokohama, Saitama en Kashiwa alsnog drie WK-stadion. Het Ajinomotostadion wordt gedeeld door Tokyo Verdy en FC Tokyo, en telt 49.000 plaatsen.
Stadio Marc’antonio Bentegodi, Hellas Verona en Chievo Verona
Het is een bijzonder stadion voor elke voetballiefhebber die het WK van 1990 in z’n hart heeft gesloten, het Bentegodi in Verona. Ruim opgezet, veel beton en inmiddels een beetje verpauperd, en daarom exemplarisch voor zoveel stadions uit die tijd. En, nergens is het verval zo duidelijk als hier, omdat het stadion voor zowel Hellas als Chievo vele malen te groot is. Echte rivaliteit kennen beide ploegen overigens niet, simpelweg omdat ze door de jaren heen nauwelijks bij elkaar in de competitie zaten. En voorlopig gaat dat niet gebeuren ook: Chievo is failliet gegaan, en van een doorstart is het (nog) niet gekomen.
Tele2 Arena, Djurgårdens IF en Hammarby IF
Ook in het hoge noorden worden er weleens stadions gedeeld, bijvoorbeeld in Stockholm, waar rivalen Djurgården en Hammarby sinds 2013 de Tele2 Arena delen. Dit is tegen het zere been van met name de Hammarby-fans, het is tenslotte ‘hun gebied’: de volksclub speelde jarenlang enkele honderd meters verderop in het Söderstadion, en dit zuiden van Stockholm is echt Hammarby-terrein. Djurgården komt oorspronkelijk uit het oosten van de Zweedse hoofdstad, uit het dierentuin-gebied (Djurgården is letterlijk Zweeds voor dierentuin) en speelde in het historische Olympiastadion. Hoewel het een moderne arena met kunstgras is, zijn derby’s tussen beide ploegen door de vurige fans toch zeer de moeite waard.
Maracanã, Flamengo en Fluminense
Ook het Maracanã mag in dit lijstje niet ontbreken. Het gigantische stadion in Rio de Janeiro kende al veel bespelers, maar inmiddels zijn aartsrivalen Flamengo en Fluminense definitief in het grootste stadion van Brazilië neergestreken. De derby Fla-Flu is dan ook internationaal bekend, en ook qua achterban zijn dit de grootste clubs van Rio. Het Maracanã is overigens met het eerdergenoemde Estadio Azteca het enige stadion waar ooit twee verschillende WK-finales zijn gespeeld. Tot groot verdriet van de Brazilianen werden de Goddelijke Kanaries er echter nooit wereldkampioen.
Städtisches Stadion an der Grünwalder Straße, 1860 München en Bayern München
Dit stadion in het zuiden van München was vroeger het epicentrum van het voetbal in de Zuid-Duitse stad. Zowel 1860 München als het toen nog kleinere FC Bayern speelde er, tot beide clubs naar het ter ere van de Olympische Spelen van 1972 geopende Olympiastadion verhuisden. Vanaf dat moment ging het crescendo met Bayern, en in de afgelopen decennia is 1860 juist een beetje weggezakt, waardoor eerst het Olympiastadion en later de Allianz Arena te groot werd. En dus verhuisde de club terug naar z’n roots, terug naar de Grünwalder Straße. Dat stadion deelt het overigens ook, maar dan met de U23 van Bayern, en met Türkgücü München, een lokale club die op een gegeven moment ook de nationale reeksen bereikte.
Stadio Luigi Ferraris, Genoa en Sampdoria
We hadden ook voor het beroemde Stadio Olimpico van Rome kunnen kiezen, maar na een stemming op de redactie vonden we deze toch net wat specialer. Dat komt omdat het Stadio Luigi Ferraris eigenlijk on-Italiaans is, met rechte, rode bakstenen hoeken, en daardoor zo herkenbaar. Genoa en Sampdoria delen het stadion, waarbij de fanatieke tifosi van Sampdoria op de Gradinata Sud staan en de ultra’s van Genoa op de Gradinata Nord. En de Derby della Lanterna tussen beide ploegen is misschien wel de mooiste van Italië.
Beeld: Shutterstock